Makkelijk te maken, ook ruim van te voren.Warm dan de witloftaart eventueel vlak voor gebruik nog even op.
Je hebt nodig:
6 plakken bladerdeeg, ontdooid
8 struikjes witlof
2 sjalotjes
1 cm verse gemberwortel
25 g walnoten
200 g hamreepjes
100 g geraspte jonge kaas
2,5 dl slagroom ongeklopt,ongezoet
3 eieren
nootmuskaat, versgemalen zwarte peper en zout
Verwarm de oven voor op 200 graden.Laat het deeg ontdooien.Maak de witlof schoon en snijd 4 struikjes doormidden.
Blancheer ze 5 minuten in kokend water met wat zout.Laat ze goed uitlekken.Snijd de overige struikjes in kleine stukjes.
Pel en snipper de sjalotjes en schil en rasp het stukje gemberwortel.
Verwarm wat boter in een pan en fruit de sjalot en gember even aan. Bak de witlofstukjes de laatste 5 minuten even mee.Voeg de hamreepjes toe en verwarm even mee.
Haal de pan van het vuur en laat het mengsel even afkoelen.
Meng in een kom de room met de kaas en eieren en breng op smaak met nootmuskaat, zout en peper.
Vet een springvorm in en bekleed deze met de plakken bladerdeeg.Prik met een vork gaatjes in de bodem.(dit zorgt ervoor dat de bodem niet zompig wordt)
Schep het witlofmengsel door het eimengsel en vul hiermee de taartvorm.
Leg bovenop de vulling de geblancheerde witlof met de bolle kant naar boven.
Verdeel de walnoten over de taart.Zet de taart 30-40 minuten in de oven totdat deze goudbruin en gaar is.
Eet smakelijk allemaal!
